Categories:

‘Het is veel belangrijker dat leerlingen weten waarom ze bestaan, dat ze zin hebben in het leven en dat we hen hoop geven voor de toekomst’

De urgentie van levensbeschouwing voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daarover ging het 22 mei jl. in Amersfoort waar een aantal bestuurders, schoolleiders en docenten samenkwam rond dit thema. Jongeren in Nederland ontwikkelen zich in een veranderend tijdperk en geven daarbij allerlei signalen af die duidelijk maken dat ze vragen hebben over de zin en betekenis van hun leven, zowel op het persoonlijk als op het maatschappelijk vlak.

Gerdien Bertram-Troost, Isolde de Groot en Pieter Lossie hielden korte, indringende inleidingen over het belang van levensbeschouwelijk onderwijs.

Gerdien Bertram-Troost (hoogleraar onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief aan de VU) ging in op ruimte maken voor de existentiële essentie van ons bestaan en het belang daarvan. “Willen we met elkaar nog echt mens zijn? Eén ding is zeker, je wordt geboren als mens en je gaat dood als mens. Daartussenin moet je je plekje in de wereld zien te vinden en gaan ontdekken wat je daar te doen staat. Levensbeschouwing kan daarin een hele grote rol spelen. Er zijn nu zoveel facetten die mens worden onder druk zetten. Denk maar aan AI, een enorme digitale ontwikkeling. Wat betekent dit voor ons, voor onze jongeren? Raken we zo de essentie van menselijkheid kwijt? Hoe verhouden we ons tot elkaar? Is er nog iets werkelijk samen? Het is een feit dat we ons steeds eenzamer voelen, juist ook onze jongeren. Het raakt heel erg aan wie we zijn.”
Ook gaf ze aan dat de zorgen om het klimaat veel gevoelens van onzekerheid met zich meebrengen. “De mentale gezondheid – juist ook van jongeren – is zorgelijk. Het is een opgejaagde samenleving; alles moet meetbaar en maakbaar zijn. We maken ons druk over de economie, hoe moeten onze jongeren hun plek in de wereld vinden?”
Mens worden in een laagvertrouwensamenleving is zo eenvoudig nog niet. Er is in het onderwijs duidelijk meer ruimte nodig voor leren leven. En dat geldt voor alle soorten onderwijs: christelijk, openbaar, islamitisch enz. “We moeten levensbeschouwelijke vorming stimuleren en persoonsvorming van kinderen en jongeren op het gebied van zinvragen en zingeving bevorderen. We kunnen gewoon niet om levensvragen van jongeren heen. Levensbeschouwing kun je niet buiten de school houden.”

Isolde de Groot (universitair docent burgerschapseducatie aan de UVH) vertelde hoe zij onderzocht heeft hoe rituelen in openbare scholen ingezet worden om bij te dragen aan de burgerschapsopdracht en het welzijn van leerlingen. Ze noemde een aantal voorbeelden uit haar onderzoek, zoals een welkomstritueel waarbij leerlingen drie keer in school welkom worden geheten. “Een keer bij het bord van de school, dan bij het domein en tot slot in de klas. Op die manier worden ze drie keer gezien en weet je hoe ze de klas ingaan.”
Ook noemde ze het ritueel om leerlingen meer mede verantwoordelijk te maken voor elkaar. “Bijvoorbeeld oudere leerlingen die een activiteit organiseren voor het hele domein en daarna letterlijk het stokje overdragen aan de volgende. Hiermee leren ze verantwoordelijkheid dragen, maar ook het uit handen kunnen geven. Schoolrituelen kunnen bijdragen aan een democratische cultuur en zeker ook aan leerlingenwelzijn.”

Pieter Lossie

Pieter Lossie (beleidsadviseur VO-raad en voorheen voorzitter LAKS) gaf aan dat leerlingen per jaar 102 cijfers krijgen, zodat we meer zicht krijgen op wat een leerling waard is. “Is het niet veel belangrijker dat leerlingen weten waarom ze bestaan, dat we ervoor zorgen dat ze zin hebben en houden in het leven en dat we hen hoop geven voor de toekomst? Het is tijd het tij te keren door betekenisonderwijs te gaan geven. Onderwijs dat niet altijd maakbaar is, maar waarbij je risico’s durft te nemen om het leven aan te gaan. Naar elkaar kijken en elkaar vertrouwen en weten dat je niet bestaat als de ander niet bestaat.” Hij gebruikte de metafoor van de bergbeklimmer: de verwondering aan het eind is groter dan de pijn aan de voeten. “Die verwondering moeten we meegeven aan de jonge generatie zodat ze zullen zeggen We gaan ervoor! Zodat ze zelfbewuster worden en zich afvragen waar floreer ik het beste? Betekenisonderwijs is het tegengif voor het reductionisme dat in strijd is met levensbeschouwing.”

Bijdrage levensbeschouwing en religie aan de ontwikkeling van jongeren
Samen onderzoeken hoe levensbeschouwing en religie op een nieuwe manier bij kan dragen aan de ontwikkeling van jongeren stond deze middag centraal. Markus Davidsen, projectleider curriculumontwikkeling bij LERVO, lichtte een aantal elementen van het curriculum toe. Het vertrekpunt is de Leerling als actief lerend en onderzoekend subject, die al doende en in samenwerking met anderen oriëntatiekennis opbouwt, tot inzichten komt en zo houdingen en vaardigheden ontwikkelt.

De tien vaktypische perspectieven, die gebruikt worden vanuit de perspectiefgerichte benadering van Fred Jansen, zijn daarbij benaderingswijzen om zicht te krijgen op religieuze en levensbeschouwelijke tradities, en op de levensbeschouwelijke en religieuze aspecten van maatschappelijke vraagstukken.

Het doel van het curriculum is daarmee niet de geloofsontwikkeling van leerlingen, niet de kennisbasis, maar de religieuze en levensbeschouwelijke geletterdheid. Een belangrijk element daarin is de oefening om van perspectief te wisselen. Hiermee wordt bedoeld dat je leert om ten aanzien van een bepaald onderwerp, een bepaalde ervaring en ten aanzien van je eigen vanzelfsprekendheid een andere positie in te nemen. Hoe heeft wat voor mij vanzelfsprekend is betekenis voor de ander?

Vorm van het vakgebied in de school
Goede levensbeschouwelijke educatie kan in de vorm van een vak levensbeschouwing – zoals we dat veel in het bijzonder onderwijs zien. Maar ook als aandachtsgebied bij mens- en maatschappijvakken en als onderdeel van burgerschapsvorming in het openbaar onderwijs. Myrthe Kelder, bij expertisecentrum LERVO betrokken als begeleider van docenten en scholen, ging met de groep in gesprek om van elkaar te horen wat vanuit ieders perspectief nodig is om te doen zodat het curriculum verder ontwikkeld kan worden. Daarbij vertrokken we vanuit verschillende situaties uit de praktijk:

  1. De school gaat fuseren. Wat wordt in de nieuwe situatie de plek van levensbeschouwelijke vorming?
  2. De school heeft een herstelopdracht burgerschap. Toch gebeurt er heel veel op dit gebied in je school/scholen. Je vermoedt dat het LERVO-curriculum aandacht geeft aan de dingen die missen, die ook aansluiten bij de missie/visie van de school.
  3. De samenleving en de leerlingenpopulatie worden cultureel en levensbeschouwelijk steeds pluriformer. Hoe leren leerlingen omgaan met elkaar en met de verschillen? Wat betekent het voor het docententeam? In het curriculum is vaak nog weinig aandacht voor het omgaan met diversiteit en wat dat voor leerlingen zelf betekent

Het gesprek over deze praktijksituaties leidde tot een mooie uitwisseling, herkenning vanuit de heel verschillende uitgangspunten van scholen. Het verrassende was daarbij dat het belang van het verhaal van de inleiders en het curriculum van LERVO hielp om die herkenning op het spoor te komen.

Heb je naar aanleiding van dit bericht interesse om meer te horen over het curriculum en de aansluiting bij vraagstukken in jouw school, neem dan contact met ons op via info@lervo.nl

Tekst: Corine de Reus en Marcel Elsenaar
Citaat titel: Pieter Lossie

No responses yet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Goed levensbeschouwelijk onderwijs voor álle leerlingen in het voortgezet onderwijs
juli 2024
M D W D V Z Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031